Nieuw criterium voor de indieningstermijnen

2023-06-26T11:43:03+00:0026 juni 2023|Nieuwsbrieven|

Vanaf aanslagjaar 2023 (inkomsten 2022) zijn de indieningstermijnen voor de aangifte in de personenbelasting gebaseerd op een nieuw criterium: de aard van de inkomsten en de complexiteit van de aangifte.

Een langere aangiftetermijn wordt toegekend voor de aangifte als ze één of meerdere van volgende inkomsten bevat en daardoor als complex wordt beschouwd:

  • winsten en/of baten
  • bezoldigingen bedrijfsleiders
  • bezoldigingen aan meewerkende echtgenoten (wettelijk samenwonenden)
  • buitenlandse beroepsinkomsten

Er wordt geen rekening meer gehouden met het feit of de aangifte al dan niet door een mandataris is ingediend. De mandataris of de belastingplichtige kan wel uitstel vragen om ernstige redenen en overmacht.

Indieningstermijnen voor de aangifte in de personenbelasting

Algemeen principe
– Papieren aangifte: 30 juni 2023
– Aangifte via MyMinfin (Tax-on-web): 15 juli 2023 (voor zowel burgers als mandatarissen)

Complexe aangifte
– Papieren aangifte: 30 juni 2023
– Aangifte via MyMinfin (Tax-on-web): 18 oktober 2023 (voor zowel burgers als mandatarissen)

Aanmoediging voor complexe aangiften
Als de aangifte ten laatste op 31 augustus 2023 ingediend wordt, genieten de belastingplichtigen van een snellere terugbetaling of kunnen zij later betalen.

Forfaitaire grondslagen
Belastingplichtigen die belast worden op een forfaitaire grondslag dienen hun aangifte in uiterlijk op 15 januari 2024.

De belastingplichtigen zullen de indieningstermijn van hun aangifte in MyMinfin kunnen terugvinden.

Termijnen voor de wijziging van het voorstel van vereenvoudigde aangifte

  • Via het papieren antwoordformulier: 30 juni 2023
  • Via MyMinfin (Tax-on-web): 15 juli 2023 (voor zowel burgers als mandatarissen)

Als het voorstel van vereenvoudigde aangifte gewijzigd moet worden door de toevoeging van:

  • winsten en/of baten,
  • en/of bezoldigingen bedrijfsleiders,
  • en/of bezoldigingen aan meewerkende echtgenoten (wettelijk samenwonenden),
  • en/of buitenlandse beroepsinkomsten,

moet de belastingplichtige of de mandataris ten laatste op 15 juli 2023 een verlenging van de wijzigingstermijn aanvragen.

De aangifte zal dan ten laatste op 18 oktober 2023 (voor zowel burgers als mandatarissen) via MyMinfin (Tax-on-web) ingediend kunnen worden.

De nieuwe fiscaliteit voor bedrijfswagens

2023-03-28T09:54:30+00:006 maart 2023|Nieuwsbrieven|

Voertuigen aangeschaft voor 1 juli 2023
De kosten van een wagen met verbrandingsmotor (diesel, LPG, CNG of benzine) die voor 1/07/2023 wordt besteld, blijven onbeperkt in de tijd aftrekbaar op basis van de zogenaamde gramformule:

120% – (0,5 x brandstofcoëfficiënt x CO2/km)

De CO2-uitstoot is afhankelijk van de wagen, de brandstofcoëfficiënt verschilt naargelang het type wagen en bedraagt:

  • 1 voor dieselwagens
  • 0,95 voor benzinewagens
  • 0,90 voor auto’s op aardgas < 12 fiscale PK

Voertuigen aangeschaft vanaf 1 juli 2023 (tot en met 31 december 2025)
Voor personenwagens op fossiele brandstof die tussen 1/07/2023 en 31/12/2025 worden besteld, geldt een overgangsregeling. De aftrekbaarheid van de kosten volgens de gramformule wordt vanaf 2025 geleidelijk afgetopt tot:

  • 75% in 2025
  • 50% in 2026
  • 25% in 2027
  • 0% vanaf 2028

Hybride en elektrische voertuigen
Een ‘valse’ hybride wordt gelijkgesteld met een wagen met een brandstofmotor.

Bij een ‘echte’ hybride die vanaf 1/07/2023 wordt besteld, zullen de brandstofkosten slechts voor 50% aftrekbaar zijn tot 31/12/2026. Voor 2027 wordt de aftrek beperkt tot 25%, en vanaf 2028 is de aftrek van die brandstofkosten 0%. Werd deze vóór 01/01/2023 besteld, blijft de gramformule tot 100% van toepassing.

Voor elektrische wagens besteld vóór 2027 blijft de aftrekbaarheid 100%, gedurende de volledige gebruiksduur, daarna geldt:

  • In 2027 95%
  • In 2028 90%
  • In 2029 82,5%
  • In 2030 75%
  • In 2031 67,5%

Vruchtgebruik op aandelen: wat betekent dit?

2023-03-28T09:52:32+00:0020 januari 2023|Nieuwsbrieven|

Het vruchtgebruik op aandelen komt vaak voor in het kader van vermogensplanning waarbij een opsplitsing wordt gemaakt tussen de blote eigendom en het vruchtgebruik op de aandelen. Dit kan onder meer het gevolg zijn van de verdeling van de nalatenschap volgens het wettelijk erfrecht waar de langstlevende echtgenoot het vruchtgebruik erft en de kinderen de blote eigendom. Daarnaast vinden ook vaak schenkingen plaats waarbij de schenker zich het vruchtgebruik voorbehoudt.

Het nieuwe goederenrecht verduidelijkt de rechten van de vruchtgebruiker en bevestigt dat de vruchtgebruiker in principe de stemrechten met betrekking tot de aandelen kan uitoefenen en recht heeft op de vruchten. Het is echter perfect mogelijk om van dit principe af te wijken door alternatieve bepalingen op te nemen in de statuten, schenkingsakte, testament of enige andere overeenkomst.

Daarnaast maakt het nieuwe goederenrecht een onderscheid tussen vruchten en opbrengsten. Vruchten worden periodiek voortgebracht zonder dat wordt ingeteerd op de kapitaalwaarde (bv. dividenden). Een opbrengst daarentegen is een uitkering die wel inteert op de kapitaalwaarde. Wanneer een vrucht niet wordt uitgekeerd, doet dit het eigen vermogen aangroeien en kwalificeert dit bij een latere uitkering als de uitkering van een opbrengst. Dit is van belang aangezien in principe enkel vruchten exclusief toekomen aan de vruchtgebruiker, de opbrengsten daarentegen moeten worden gedeeld met de blote eigenaar.

Het verschil tussen vruchten en opbrengsten is belangrijk wanneer wordt getracht om dividenduitkeringen fiscaal te optimaliseren via een liquidatiereserve. Na de aanleg van de liquidatiereserve wordt deze namelijk voor een bepaalde periode gereserveerd binnen de vennootschap om deze later fiscaal vriendelijk uit te kunnen keren. Doordat deze middelen niet onmiddellijk worden uitgekeerd als een dividend, maar worden gereserveerd, kunnen ze worden beschouwd als een opbrengst. Hierdoor komen ze niet enkel toe aan de vruchtgebruiker.

Om discussies te vermijden is het aangeraden om de nodige afspraken conventioneel vast te leggen. Daardoor blijft het vruchtgebruik een handige en fiscaal interessante techniek in het kader van uw vermogensplanning.

Btw-aangifte niet of laattijdig indienen bij ondernemingen en zelfstandigen

2022-12-20T09:38:06+00:0020 december 2022|Nieuwsbrieven|

Ondernemingen en zelfstandigen die hun btw-aangifte niet of laattijdig indienen, krijgen vanaf 2024 een voorstel van vervangende aangifte. Daardoor zullen ze meer belastingen betalen, want de fiscus baseert zich op het hoogste verschuldigde bedrag aan belastingen in de voorgaande twaalf maanden.

Minister van Financiën Vincent Van Peteghem (CD&V) heeft in de ministerraad groen licht gekregen voor het project dat de federale overheidsdienst Financiën heeft uitgewerkt, om de btw-ketting te optimaliseren en te digitaliseren.

De regering moet maatregelen nemen ‘om de btw-kloof tussen wat de overheid zou moeten ontvangen en wat ze werkelijk int, te verkleinen. Op die manier verhogen we de belastingontvangsten zonder te raken aan de belastingen zelf’. Die btw-kloof is het resultaat van een mank lopende afhandeling van de btw-aangiften. Die gebeurt nu nog handmatig en door verschillende diensten. Als gevolg loopt België elk jaar 4,44 miljard euro, of meer dan 12 procent van de btw-inkomsten, mis. De btw-inkomsten zijn goed voor 26 procent van de fiscale inkomsten.

Het wetsontwerp van Van Peteghem wil daarin verandering brengen door werk te maken van de automatisering van de inningsprocessen. Een nieuwe ‘provisierekening btw’ moet het voor de belastingplichtige makkelijker maken zijn btw-krediet te beheren, en sneller zijn btw-tegoeden terug te krijgen.

Tegelijk worden belastingplichtigen die hun aangiften niet of niet tijdig indienen gesanctioneerd. Ze krijgen automatisch een voorstel van vervangende aangifte, gebaseerd op het hoogste verschuldigde bedrag aan belasting in de periodieke btw-aangiften van de voorgaande twaalf maanden, met een minimum van 2.100 euro. Ze krijgen een maand om te reageren op het voorstel van vervangende aangifte door alsnog een periodieke btw-aangifte in te dienen. Er volgt dan alleen een boete voor laattijdige indiening.

Energiecrisis: algemeen betaaluitstel voor de betaling van de belasting

2022-11-30T11:48:16+00:0025 november 2022|Nieuwsbrieven|

Energiecrisis: algemeen betaaluitstel voor de betaling van de personenbelasting, de vennootschapsbelasting, de belasting niet-inwoners en de rechtspersonenbelasting (aanslagjaar 2022)

De federale regering heeft maatregelen genomen om burgers en bedrijven te ondersteunen in deze moeilijke tijden van energiecrisis. Eén maatregel omvat een algemeen betaaluitstel voor alle betalingen voor het aanslagjaar 2022 in:

  • de personenbelasting
  • de vennootschapsbelasting
  • de belasting niet-inwoners
  • de rechtspersonenbelasting

FOD Financiën verlengt de standaard betaaltermijn van 2 naar 4 maanden voor alle aanslagbiljetten met aanslagjaar 2022 (voor de uitvoerbaarverklaringen tot en met 31 oktober 2023).

  • Voor de aanslagbiljetten personenbelasting en belasting niet-inwoners (aanslagjaar 2022) met verzending vanaf 14 november 2022:
    De aangepaste betaaldatum staat al vermeld in het blauwe kader. Die datum is dus 4 maanden na de verzenddatum van het aanslagbiljet.
  • Voor de aanslagbiljetten personenbelasting en belasting niet-inwoners (aanslagjaar 2022) met verzending vóór 14 november 2022:
    De betaaldatum vermeldt nog de gebruikelijke betaaltermijn van 2 maanden (in plaats van 4 maanden). Hoewel die extra betaaltermijn van 4 maanden dus niet op het aanslagbiljet staat, geldt dat uitstel ook voor die gevallen. U hoeft niets te doen om dat uitstel te verkrijgen.
  • Voor de aanslagbiljetten vennootschapsbelasting (aanslagjaar 2022) pasten FOD Financiën reeds alle aanslagbiljetten aan, rekening houdend met de extra betaaltermijn van 4 maanden. De datum op uw aanslagbiljet is dus sowieso de correcte.

Hebt u betaalmoeilijkheden? Vraag dan een afbetalingsplan aan via MyMinfin of via een brief aan één van de infocenters van FOD Financiën.

Vermijd intresten op uw belastingen, doe voorafbetalingen

2022-10-13T14:01:13+00:0011 oktober 2022|Nieuwsbrieven|

11 april 2022 | 11 juli 2022 | 10 oktober 2022 | 20 december 2022
Dit zijn de termijnen voor aanslagjaar 2023 als het boekjaar samenvalt met het kalenderjaar.

Let op, het belastingvoordeel van de voorafbetaling daalt bij elke nieuwe termijn. Het is verstandig om vanaf de eerste termijn vooraf te betalen.

Voor vennootschappen:

9,0% op een voorafbetaling vóór 11 april 2022
7,5% op een voorafbetaling vóór 11 juli 2022
6,0% op een voorafbetaling vóór 10 oktober 2022
4,5% op een voorafbetaling vóór 20 december 2022

Voor éénmanszaken:

3,0% op een voorafbetaling vóór 11 april 2022
2,5% op een voorafbetaling vóór 11 juli 2022
2,0% op een voorafbetaling vóór 10 oktober 2022
1,5% op een voorafbetaling vóór 20 december 2022

Als u nog geen voorafbetalingen gedaan heeft moet u vóór 20 december 2022 al 150% van uw geraamde belastingen storten, om de vermeerdering volledig te vermijden. Dit geldt voor zowel de vennootschappen als de éénmanszaken. Het overschot van de voorafbetalingen kan wel teruggevraagd worden.

Kleine vennootschappen en éénmanszaken moeten de eerste drie boekjaren vanaf hun oprichting geen voorafbetalingen doen.

Tip: u kan via een financiering bij de bank 75% van uw geraamde belastingen laten storten in de eerste termijn zodat u meteen het maximaal voordeel geniet. Zo is er een maandelijkse spreiding van uw belastingen en volgen er geen onaangename verrassingen.

6% btw-attest voor renovatie afgeschaft.

2022-11-05T21:12:31+00:006 september 2022|Nieuwsbrieven|

Vanaf 1 juli 2022 is het niet meer nodig om een attest op te stellen voor renovatiewerken aan private woningen, die in aanmerking komen voor het verlaagd tarief. Het volstaat om deze standaardverklaring op de factuur op te nemen:

Btw-tarief: Bij gebrek aan schriftelijke betwisting binnen een termijn van één maand vanaf de ontvangst van de factuur, wordt de klant geacht te erkennen dat (1) de werken worden verricht aan een woning waarvan de eerste ingebruikneming heeft plaatsgevonden in een kalenderjaar dat ten minste tien jaar voorafgaat aan de datum van de eerste factuur met betrekking tot die werken, (2) de woning, na uitvoering van die werken, uitsluitend of hoofdzakelijk als privéwoning wordt gebruikt en (3) de werken worden verstrekt en gefactureerd aan een eindverbruiker. Wanneer minstens één van die voorwaarden niet is voldaan, zal het normale btw-tarief van 21% van toepassing zijn en is de afnemer ten aanzien van die voorwaarden aansprakelijk voor de betaling van de verschuldigde belasting, interesten en geldboeten.

Opgelet voor frauduleuze sms’en die recent de ronde doen!

2020-05-06T10:52:52+00:0029 november 2019|Nieuwsbrieven|

De FOD Financiën waarschuwt voor frauduleuze sms’en die recent de ronde doen. Daarin vraagt men je om een zogezegde schuld aan de FOD Financiën af te lossen.

Ga nooit in op dat soort vragen! De FOD Financiën zal je nooit per sms vragen om een betaling te doen!

Een betaling doen aan de FOD Financiën kan alleen op de volgende manieren:

  • online via MyMinfin
  • via een overschrijving naar een van onze officiële rekeningen met de volgende structuur BEXX 6792 XXXX XXXX
  • in een van onze Infocenters

Wil je nagaan of je een schuld hebt bij de FOD Financiën? Surf naar www.myminfin.be > Mijn betalingen

Artikel uit Facebook FOD Financiën, 21 november 2019, Bron: Facebook pagina FOD Financiën

Studiejaren afkopen in ruil voor meer pensioen?

2020-05-06T10:28:27+00:0029 november 2019|Nieuwsbrieven|

Wacht dan niet te lang met uw aanvraag!

Sinds eind vorig jaar kan iedereen studiejaren afkopen, zodat die meetellen voor uw pensioen. Wie nu 1.530 euro betaalt per succesvol afgerond studiejaar, krijgt in ruil een hoger pensioen, minstens 273 euro bruto per jaar extra. Ambtenaren konden al eerder gratis van zo'n regeling profiteren, maar voor iedereen werd het systeem twee jaar geleden betalend.

“Tot een jaar wachten”
Intussen hebben 22.211 mensen via MyPension een aanvraag ingediend om studiejaren af te kopen. Maar ruim de helft van hen, 11.765 dossiers, wachten nog op antwoord, zo blijkt uit cijfers die CD&V-Kamerlid Nahima Lanjri opvroeg.

Toen Lanjri aan minister van Pensioenen Bacquelaine vroeg wat er aan de hand was, antwoordde hij dat dit te wijten is aan een aantal factoren: personeelstekort, en het feit dat de administratie afhankelijk is van andere diensten, o.a. voor informatie over de erkenning van diploma’s en de dienstplicht.

De minister zal bekijken welke maatregelen nodig zijn om de procedure te versnellen. Het kan gaan om extra aanwervingen, of tijdelijke verschuivingen, laat zijn woordvoerder weten. Lanjri vindt het niet kunnen dat mensen die een aanvraag indienen of vragen stellen maanden moeten wachten op een antwoord. Ze wil dat mensen binnen de maand een antwoord krijgen.

“Moet u zich haasten?”
Wie een aanvraag heeft lopen, hoeft zich voor alle duidelijkheid geen zorgen te maken. Zij zullen van de huidige voordelen kunnen genieten, onafhankelijk van de vertraging, want enkel de datum van hun aanvraag telt.

Wie nog van de huidige regeling wil profiteren, wacht overigens beter niet te lang met zijn aanvraag. Vanaf 1 december 2020 wordt het namelijk duurder om studiejaren af te kopen. Dan valt het fiscale voordeel weg van 750 euro per studiejaar. En op 1 december van dit jaar wordt het voor ambtenaren al 15 procent duurder, omdat hun voordeel tegenover anderen dan wegvalt dat tijdelijk was ingebouwd.

Artikel uit vrt NWS, Tobias Santens & Denny Baert, 19 oktober 2019, Bron: vrt.be

Geen belastingvermindering voor pensioensparen, later ook geen heffing?

2020-05-06T14:23:24+00:0031 oktober 2019|Nieuwsbrieven|

Veel mensen die pensioensparen, doen dat speciaal om van de belastingvermindering te kunnen genieten. Maar wat als u uw pensioensparen niet fiscaal inbrengt? Het belangrijkste voordeel is dan dat u aan het einde van de rit de zogenaamde anticipatieve heffing niet moet betalen. We leggen uit.

Wat u ongetwijfeld al weet: als u voor het pensioensparen een bedrag tot 980 euro stort, hebt u recht op een belastingvermindering van 30% op uw storting. Voor een storting tussen 980 euro en 1.260 euro zakt het fiscale voordeel tot 25%. Een storting van 980 euro levert dus een belastingvermindering van 294 euro op. Wie 1.260 euro stort, moet 315 euro minder belastingen betalen.

Ook handig om te weten: om recht te hebben op die belastingvermindering, doet het er niet toe of u aan pensioensparen doet via een pensioenspaarfonds bij een bank, dan wel een pensioenspaarverzekering bij een verzekeringsmaatschappij. In het eerste geval wordt uw storting belegd in aandelen en obligaties, waardoor uw rendement afhangt van de evolutie van de beurs. Bij een pensioenspaarverzekering hebt u meer zekerheid: u krijgt een gegarandeerde basisrente en bovenop ontvangt u potentieel een winstdeelname.

Tip: Bekijk hier de opbrengsten voor pensioenspaarfondsen en pensioenspaarverzekeringen.

Eindbelasting
Wat veel mensen dan weer niet beseffen: er is een keerzijde aan die belastingvermindering. Wie ze aanvraagt, zelfs al was het maar eenmalig, moet op het einde van de rit belastingen betalen. Die zogenaamde anticipatieve heffing bedraagt 8 procent.

Bij een pensioenspaarfonds wordt ze berekend op een fictieve opbrengst, waarbij ervan wordt uitgegaan dat elke storting 4,75% per jaar heeft opgebracht, ook al is dit in realiteit niet het geval. Voor stortingen die dateren van voor 1992, bedraagt de berekende opbrengst zelfs 6,25%.

Voor een pensioenspaarverzekering is dat anders. Daar wordt rekening gehouden met de gegarandeerde rente. De winstdeelnemingen worden niet meegeteld.

Ben u voor uw 55ste gestart met pensioensparen? Dan wordt de heffing afgehouden op uw 60ste verjaardag. Begon u er later mee, dan krijgt u de afrekening op de tiende verjaardag van uw contract.

Nooit ingebracht = geen heffing
Bovenstaande is dus niet van toepassing op u als u ervoor koos om nooit uw pensioensparen fiscaal in te brengen. U moet dus die anticipatieve heffing niet betalen.

Opgelet: u moet wél nog aan een administratieve verplichting voldoen, namelijk het document 276 C1 (B) aanvragen bij zijn lokaal belastingkantoor en dat voorleggen aan de financiële instelling of verzekeringsmaatschappij.

Artikel uit HLN.be, Johan Van Geyte, 19 september 2019, 08u30, Bron: spaargids.be

Go to Top