Nieuwsbrieven

6% btw-attest voor renovatie afgeschaft.

2022-11-05T21:12:31+00:006 september 2022|Nieuwsbrieven|

Vanaf 1 juli 2022 is het niet meer nodig om een attest op te stellen voor renovatiewerken aan private woningen, die in aanmerking komen voor het verlaagd tarief. Het volstaat om deze standaardverklaring op de factuur op te nemen:

Btw-tarief: Bij gebrek aan schriftelijke betwisting binnen een termijn van één maand vanaf de ontvangst van de factuur, wordt de klant geacht te erkennen dat (1) de werken worden verricht aan een woning waarvan de eerste ingebruikneming heeft plaatsgevonden in een kalenderjaar dat ten minste tien jaar voorafgaat aan de datum van de eerste factuur met betrekking tot die werken, (2) de woning, na uitvoering van die werken, uitsluitend of hoofdzakelijk als privéwoning wordt gebruikt en (3) de werken worden verstrekt en gefactureerd aan een eindverbruiker. Wanneer minstens één van die voorwaarden niet is voldaan, zal het normale btw-tarief van 21% van toepassing zijn en is de afnemer ten aanzien van die voorwaarden aansprakelijk voor de betaling van de verschuldigde belasting, interesten en geldboeten.

Opgelet voor frauduleuze sms’en die recent de ronde doen!

2020-05-06T10:52:52+00:0029 november 2019|Nieuwsbrieven|

De FOD Financiën waarschuwt voor frauduleuze sms’en die recent de ronde doen. Daarin vraagt men je om een zogezegde schuld aan de FOD Financiën af te lossen.

Ga nooit in op dat soort vragen! De FOD Financiën zal je nooit per sms vragen om een betaling te doen!

Een betaling doen aan de FOD Financiën kan alleen op de volgende manieren:

  • online via MyMinfin
  • via een overschrijving naar een van onze officiële rekeningen met de volgende structuur BEXX 6792 XXXX XXXX
  • in een van onze Infocenters

Wil je nagaan of je een schuld hebt bij de FOD Financiën? Surf naar www.myminfin.be > Mijn betalingen

Artikel uit Facebook FOD Financiën, 21 november 2019, Bron: Facebook pagina FOD Financiën

Studiejaren afkopen in ruil voor meer pensioen?

2020-05-06T10:28:27+00:0029 november 2019|Nieuwsbrieven|

Wacht dan niet te lang met uw aanvraag!

Sinds eind vorig jaar kan iedereen studiejaren afkopen, zodat die meetellen voor uw pensioen. Wie nu 1.530 euro betaalt per succesvol afgerond studiejaar, krijgt in ruil een hoger pensioen, minstens 273 euro bruto per jaar extra. Ambtenaren konden al eerder gratis van zo'n regeling profiteren, maar voor iedereen werd het systeem twee jaar geleden betalend.

“Tot een jaar wachten”
Intussen hebben 22.211 mensen via MyPension een aanvraag ingediend om studiejaren af te kopen. Maar ruim de helft van hen, 11.765 dossiers, wachten nog op antwoord, zo blijkt uit cijfers die CD&V-Kamerlid Nahima Lanjri opvroeg.

Toen Lanjri aan minister van Pensioenen Bacquelaine vroeg wat er aan de hand was, antwoordde hij dat dit te wijten is aan een aantal factoren: personeelstekort, en het feit dat de administratie afhankelijk is van andere diensten, o.a. voor informatie over de erkenning van diploma’s en de dienstplicht.

De minister zal bekijken welke maatregelen nodig zijn om de procedure te versnellen. Het kan gaan om extra aanwervingen, of tijdelijke verschuivingen, laat zijn woordvoerder weten. Lanjri vindt het niet kunnen dat mensen die een aanvraag indienen of vragen stellen maanden moeten wachten op een antwoord. Ze wil dat mensen binnen de maand een antwoord krijgen.

“Moet u zich haasten?”
Wie een aanvraag heeft lopen, hoeft zich voor alle duidelijkheid geen zorgen te maken. Zij zullen van de huidige voordelen kunnen genieten, onafhankelijk van de vertraging, want enkel de datum van hun aanvraag telt.

Wie nog van de huidige regeling wil profiteren, wacht overigens beter niet te lang met zijn aanvraag. Vanaf 1 december 2020 wordt het namelijk duurder om studiejaren af te kopen. Dan valt het fiscale voordeel weg van 750 euro per studiejaar. En op 1 december van dit jaar wordt het voor ambtenaren al 15 procent duurder, omdat hun voordeel tegenover anderen dan wegvalt dat tijdelijk was ingebouwd.

Artikel uit vrt NWS, Tobias Santens & Denny Baert, 19 oktober 2019, Bron: vrt.be

Geen belastingvermindering voor pensioensparen, later ook geen heffing?

2020-05-06T14:23:24+00:0031 oktober 2019|Nieuwsbrieven|

Veel mensen die pensioensparen, doen dat speciaal om van de belastingvermindering te kunnen genieten. Maar wat als u uw pensioensparen niet fiscaal inbrengt? Het belangrijkste voordeel is dan dat u aan het einde van de rit de zogenaamde anticipatieve heffing niet moet betalen. We leggen uit.

Wat u ongetwijfeld al weet: als u voor het pensioensparen een bedrag tot 980 euro stort, hebt u recht op een belastingvermindering van 30% op uw storting. Voor een storting tussen 980 euro en 1.260 euro zakt het fiscale voordeel tot 25%. Een storting van 980 euro levert dus een belastingvermindering van 294 euro op. Wie 1.260 euro stort, moet 315 euro minder belastingen betalen.

Ook handig om te weten: om recht te hebben op die belastingvermindering, doet het er niet toe of u aan pensioensparen doet via een pensioenspaarfonds bij een bank, dan wel een pensioenspaarverzekering bij een verzekeringsmaatschappij. In het eerste geval wordt uw storting belegd in aandelen en obligaties, waardoor uw rendement afhangt van de evolutie van de beurs. Bij een pensioenspaarverzekering hebt u meer zekerheid: u krijgt een gegarandeerde basisrente en bovenop ontvangt u potentieel een winstdeelname.

Tip: Bekijk hier de opbrengsten voor pensioenspaarfondsen en pensioenspaarverzekeringen.

Eindbelasting
Wat veel mensen dan weer niet beseffen: er is een keerzijde aan die belastingvermindering. Wie ze aanvraagt, zelfs al was het maar eenmalig, moet op het einde van de rit belastingen betalen. Die zogenaamde anticipatieve heffing bedraagt 8 procent.

Bij een pensioenspaarfonds wordt ze berekend op een fictieve opbrengst, waarbij ervan wordt uitgegaan dat elke storting 4,75% per jaar heeft opgebracht, ook al is dit in realiteit niet het geval. Voor stortingen die dateren van voor 1992, bedraagt de berekende opbrengst zelfs 6,25%.

Voor een pensioenspaarverzekering is dat anders. Daar wordt rekening gehouden met de gegarandeerde rente. De winstdeelnemingen worden niet meegeteld.

Ben u voor uw 55ste gestart met pensioensparen? Dan wordt de heffing afgehouden op uw 60ste verjaardag. Begon u er later mee, dan krijgt u de afrekening op de tiende verjaardag van uw contract.

Nooit ingebracht = geen heffing
Bovenstaande is dus niet van toepassing op u als u ervoor koos om nooit uw pensioensparen fiscaal in te brengen. U moet dus die anticipatieve heffing niet betalen.

Opgelet: u moet wél nog aan een administratieve verplichting voldoen, namelijk het document 276 C1 (B) aanvragen bij zijn lokaal belastingkantoor en dat voorleggen aan de financiële instelling of verzekeringsmaatschappij.

Artikel uit HLN.be, Johan Van Geyte, 19 september 2019, 08u30, Bron: spaargids.be

Ken je de eBox al?

2020-05-06T14:23:55+00:0031 oktober 2019|Nieuwsbrieven|

Je kan de eBox het best vergelijken met een online brievenbus bij de overheid. Dankzij deze digitale brievenbus kan je als burger officiële documenten van de overheid veilig ontvangen, bewaren en beheren. Elke Belg heeft er één. Je kan je persoonlijke eBox activeren via het portaal www.mye-box.be.

Telkens een nieuw document voor je beschikbaar is, krijg je een melding op het door jou opgegeven e-mailadres. Toegang tot uw eBox is ook mogelijk via private dienstverleners zoals Doccle, TrustO … in een partnership met de overheid.

Benieuwd naar onze nieuwe locatie?

2020-05-06T14:31:59+00:0024 juni 2019|Nieuwsbrieven|

Accountantsbureau Firmin Claes zal op 22 augustus 2019 verhuizen naar Kerkstraat 9, 3545 Halen. Het kantoor zal hierdoor gesloten zijn van 22 augustus 2019 tot en met 25 augustus 2019. Telefonisch proberen wij bereikbaar te zijn.

We hopen je dan ook van harte te mogen verwelkomen tijdens de Voka Open Bedrijvendag 2019 op zondag 6 oktober 2019 van 10.00 tot 17.00 uur.

Voka Open Bedrijvendag 2019

Wijzigingen in de registratiebelasting

2020-05-06T14:33:03+00:0017 september 2018|Nieuwsbrieven|

Als u een woning, een appartement of een bouwgrond koopt, dan moet u op de aankoopsom 10% verkooprechten betalen. In sommige gevallen kan dat tarief 5% bedragen.

Wijziging sinds 1 juni 2018

Sinds 1 juni 2018 is de de hervorming van het verkooprecht van kracht. De datum van het sluiten van de koopovereenkomst is hierbij bepalend:

  • Koopovereenkomsten gesloten vóór 1 juni 2018 vallen onder de oude regeling.
    Ook koopovereenkomsten met een opschortende voorwaarde die pas na 1 juni wordt vervuld, vallen onder de oude regeling.
  • Koopovereenkomsten gesloten sinds 1 juni 2018 vallen onder de nieuwe regeling.

Voorwaarden

Het verkooprecht is in principe verschuldigd vanaf het ogenblik dat een (mondelinge) verkoopovereenkomst gesloten is.

Procedure

Diegene die de akte van de verkoop ter registratie aanbiedt, is ook verplicht tot betaling van de rechten en ontvangt daarvoor een aanslagbiljet dat onmiddellijk moet betaald worden.

  • Als een verkoopovereenkomst vóór het opmaken van de notariële akte ter registratie wordt aangeboden, is degene die de akte ter registratie aanbiedt (koper of verkoper) verplicht het verkooprecht onmiddellijk te betalen bij ontvangst van het aanslagbiljet.
  • Als een verkoopovereenkomst vóór het opmaken van de notariële akte niet ter registratie werd aangeboden, wordt het verkooprecht betaald door de notaris, op het moment dat hij hiervoor het aanslagbiljet ontvangt. De notaris rekent de rechten met de koper af bij het verlijden van de notariële verkoopakte (dus vóór de aanbieding ter registratie).

Doorgaans betaalt de koper de registratiebelastingen. De partijen kunnen evenwel overeenkomen dat de verkoper de rechten draagt. Die onderlinge overeenkomst heeft echter geen waarde voor de Vlaamse Belastingdienst. De koper blijft de belastingplichtige.

Bedrag

In het Vlaamse Gewest bedragen de verkooprechten of registratierechten 10% van de aankoopsom. Naargelang de aard van het onroerend goed dat wordt aangekocht (bv. bescheiden woning, enige woning), kan de koper eventueel genieten van gunstmaatregelen:

  • klein beschrijf: Wie een bescheiden woning koopt of bouwt, kan in aanmerking komen voor het verminderde tarief van 5%.
  • abattement en bijabattement:
    • Als u geen andere woning of bouwgrond bezit, moet u geen registratierechten betalen op de eerste 15.000 euro van de aankoopsom (abattement).
    • Als u voor die aankoop een hypothecaire lening aangaat, kunt u een bijkomende vrijstelling (bijabattement) genieten van
      • 10.000 euro als de registratierechten 10% van de aankoopsom bedragen;
      • 20.000 euro als de registratierechten 5% van de aankoopsom bedragen;
      • 66.666,67 euro als de registratierechten 1,5 % van de aankoopsom bedragen
  • meeneembaarheid:
    • Als u verkooprechten op uw oude woning hebt betaald, kunt u die oude rechten aftrekken van de verkooprechten die u op uw nieuwe woning moet betalen.
    • Het is echter niet mogelijk om meeneembaarheid te combineren met abattement en bijabattement. U zult met uw notaris moeten nagaan welke vermindering u het meeste voordeel oplevert.
  • vermindering voor activering van panden (renovatie-abattement): Als u een pand koopt en renoveert, dat maximum vier opeenvolgende jaren is geregistreerd als leegstaand, verwaarloosd, ongeschikt of onbewoonbaar, kunt u een vermindering van verkooprechten krijgen.

Let op, als u een bouwgrond koopt moet u altijd het normale tarief van 10% betalen. Maar u kunt wel een teruggave van 5% krijgen als u later op die grond een bescheiden woning bouwt.

Als u niet akkoord gaat met het bedrag van de geheven rechten, kunt u bezwaar in te dienen. Het gaat hier dan over effectieve fouten in de berekening.

Voor sommige van deze gunstmaatregelen geldt, dat als u op het ogenblik van registratie, nog niet kunt aantonen dat u voldoet aan de voorwaarden, u achteraf, op het ogenblik dat u wel kunt aantonen dat u aan de voorwaarden voldoet, een verzoekschrift tot teruggave kunt indienen. Een verzoekschrift tot teruggave kunt u op dezelfde manier als een bezwaar indienen.

Openbare verkoop

Bij een openbare verkoop zijn de verkooprechten dezelfde (5% of 10%), maar bij een openbare verkoop is het bedrag waarop de verkooprechten geheven worden hoger (bij gewone verkoop is dat de verkooppprijs), omdat er een aantal kosten bijkomen die specifiek zijn voor een openbare verkoop.

 

De vereiste beroepskennis en bedrijfsbeheer

2020-05-06T14:35:24+00:004 januari 2018|Nieuwsbrieven|

Vanaf 1 januari 2018 wordt de vereiste beroepskennis voor gereglementeerde beroepen afgeschaft. Maar wat wil dit concreet zeggen? Is dit hetzelfde als het attest bedrijfsbeheer?


Welke beroepen betreft het?

Een heleboel beroepen kan men enkel uitoefenen indien men naast de basiskennis ook beschikt over specifieke beroepskennis.

Meestal is dat via een opleiding en een bijhorend attest waarmee deze beroepskennis verworven en bewezen kan worden.

Deze vereiste beroepskennis zal men nu afschaffen voor de volgende beroepen:

  • schoonheidsspecialist(e)
  • masseur/masseuse
  • voetverzorging
  • slager-groothandel
  • beenhouwer-spekslager
  • restaurateur of traiteur-banketaannemer
  • brood- en banketbakker
  • kapper
  • droogkuiser-verver
  • opticien
  • dentaaltechnicus
  • begrafenisondernemer
  • beroepsbekwaamheden met betrekking tot de uitoefening van zelfstandige activiteiten met betrekking tot fietsen en motorvoertuigen

Deze beroepen zullen dus in de toekomst mogen uitgeoefend worden door personen die de beroepskennis hiervoor niet kunnen staven.

Opgelet! Beroepen uit de bouwsector werden niet opgenomen in deze beslissing. Deze beroepen zullen op een later moment aan bod komen op de Ministerraad.


Is het attest bedrijfsbeheer nog steeds nodig?

Ja, elke persoon die een onderneming wilt opstarten dient te beschikken over een attest bedrijfsbeheer.

Wellicht wordt dit pas afgeschaft vanaf 1 september 2019.

De kerncijfers voor het inkomstenjaar 2017

2020-05-06T14:35:49+00:0022 december 2017|Nieuwsbrieven|

Fiscale kerncijfers 2017


Voordelen Alle Aard – Inkomstenjaar 2017

  • Verwarming: leidinggevend personeel: 1.950 € – Andere personen: 880 €
  • Elektriciteit: leidinggevend personeel: 970 € – Andere personen: 440 €
  • Privégebruik bedrijfswagen: Cataloguswaarde (*) x [5,5 + 0,1 x (CO2-uitstoot – 87 (diesel) of 105 (benzine))] (**) / 100 x 6/7

(*)   Cataloguswaarde = catalogusprijs in nieuwe staat bij verkoop aan een particulier incl. opties vóór korting en werkelijke btw
(**)  Max. 18% / min. 4% (bv. elektrische wagen)
(***) Minimum 1.280 €
Als correctie wordt de cataloguswaarde waarmee rekening moet worden gehouden voor de bepaling van het belastbaar voordeel, echter forfaitair verminderd naarmate de levensduur van de bedrijfswagen toeneemt, op basis van een depreciatie van 6% per jaar met een maximum van 30%.

  • Bewoning:
    • Ongemeubeld ter beschikking gesteld door een natuurlijke persoon: Geïndexeerd KI x 100/60
    • Gemeubeld ter beschikking gesteld door een natuurlijke persoon: Geïndexeerd KI x 100/60 x 5/3
    • Ongemeubeld ter beschikking gesteld door een vennootschap waarvan het niet-geïndexeerd KI < 745 € : Geïndexeerd KI x 100/60 x 1,25
    • Gemeubeld ter beschikking gesteld door een vennootschap waarvan het niet-indexeerd KI < 745 € : Geïndexeerd KI x 100/60 x 1,25 x 5/3
    • Ongemeubeld ter beschikking gesteld door een vennootschap waarvan het niet-indexeerd KI > 745 € : Geïndexeerd KI x 100/60 x 3,80
    • Gemeubeld ter beschikking gesteld door een vennootschap waarvan het niet-indexeerd KI > 745 € : Geïndexeerd KI x 100/60 x 3,80 x 5/3

 

  • Internetaansluiting  en -abonnement: 60 €
  • Computer en randapparatuur: 180 €
  • Debetintresten rekening courant: 9,27% (nog niet gekend voor Aj. 2018)

Tarieven personenbelasting – Inkomstenjaar 2017


Kerncijfers personenbelasting – Inkomstenjaar 2017

  • Vrijgesteld bedrag terugbetaling woon-werkverkeer: 390 €
  • Kilometervergoeding woon-werkverkeer fiets: 0,23 €/km
    Kilometervergoeding woon-werkverkeer andere: 0,15 €/km
  • Vrijgesteld bedrag loonbonus: 2.830 €
  • Vrijgesteld bedrag pc-privé: 860 €
  • Revalorisatiecoëfficiënt voor huurinkomsten: 4,39
  • Indexatiecoëfficiënt kadastraal inkomen: 1,7491 (AJ 2017 in OV, AJ 2018 in PB)
  • Aftrek restaurantkosten: 69%
  • Aftrek representatiekosten/relatiegeschenken: 50%
  • Aftrek personenwagen: 75% (van het beroepsmatig gedeelte)

Forfaitaire beroepskosten loontrekkers vanaf 01/01/2017 (eerste fase) – Aanslagjaar 2018


Tarieven vennootschapsbelasting – Inkomstenjaar 2017

  • Vol tarief: 33,99%

 

  • Verlaagd tarief:

 


Kerncijfers vennootschapsbelasting – Inkomstenjaar 2017

  • Notionele intrestaftrek voor kleine vennootschappen: max. 0,737%
  • Notionele intrestaftrek voor grote vennootschappen: max. 0,237%
  • Aftrek restaurantkosten: 69%
  • Aftrek representatiekosten/relatiegeschenken: 50%
  • Aftrek personenwagen:Elektrische wagen : 120%
excel 3 zonder

Voorafbetalingen vennootschapsbelasting – Inkomstenjaar 2017

Verhoging onvoldoende voorafbetalingen vennootschapsbelasting: 2,25%

Belastingvoordeel voorafbetalingen:


Kerncijfers schenk- en erfbelasting Vlaanderen :

 Schenking onroerende goederen in rechte lijn en partners

Schenking onroerende goederen in niet rechte lijn

Schenking roerende goederen

   3% voor schenkingen in rechte lijn en tussen echtgenoten (incl. samenwonenden);
7% voor schenkingen aan alle andere personen

Erfbelasting in rechte lijn, tussen echtgenoten en samenwonenden

Er is een opsplitsing tussen roerende en onroerende goederen.
De tarieven worden toegepast op de netto verkrijging per erfgenaam.

Erfbelasting tussen broers en zussen

Er is geen opsplitsing tussen roerende en onroerende goederen.
De tarieven worden toegepast op de netto verkrijging per erfgenaam.

Erfbelasting tussen andere personen

Het pensioen van de zelfstandige

2017-11-03T14:26:13+00:003 november 2017|Nieuwsbrieven|

Om te kunnen genieten van een rustige oude dag rekent een zelfstandige maar beter niet te veel op het wettelijk pensioen. Dat bedraagt voor een zelfstandige gemiddeld nauwelijks 857 euro. Door zelf te sparen voor een aanvullen pensioen kan hij op een fiscaalvriendelijke manier wat extra aan de kant zetten. Zonet maakte de federale regering bovendien een einde aan een jarenlange discriminatie, want vanaf 2018 kunnen ook de zelfstandigen zonder vennootschap sparen in een nieuw pensioenstelsel: de Pensioenovereenkomst Zelfstandigen (POZ).

 

De 4 pensioenpijlers van de zelfstandige:

  • Wettelijk pensioen
  • Aanvullen pensioensparen (VAPZ, IPT en POZ)
  • Individueel pensioensparen (pensioensparen en langetermijnsparen)
  • Niet-fiscaal sparen

 

Het klassieke pensioensparen is voor zelfstandigen al een eerste stap in de goede richting. Daarnaast hebben ze nog andere mogelijkheden om een financiële buffer op te bouwen. De meest bekende vorm is zonder twijfel het Vrij Aanvullend Pensioen voor Zelfstandigen (VAPZ). Mits een minimumdrempel aan inkomsten kunnen zelfstandigen in hoofdberoep jaarlijks 8,17 procent van hun belastbaar inkomen sparen voor hun pensioen en dit met een absoluut maximum van 3.127,24 euro per jaar. Dit is een heel interessante optie omdat dit bedrag fiscaal mag afgetrokken worden, en dit tegen de hoogste belastingschijf. Voor iemand een belastbaar inkomen tussen 12.720,01 en 21.190 euro in het inkomstenjaar 2017 betekent dit al een belastingbesparing van 40%. Vanaf 38.830 euro bedraagt het fiscale voordeel zelfs 50 procent. Voor zelfstandigen in bijberoep gelden er specifieke regels.

 

Naast het VAPZ hebben zelfstandigen met een eigen vennootschap nog een extra optie om hun toekomstige pensioen te spijzen: de Individuele Pensioentoezegging (IPT). In dit systeem, dat vergelijkbaar is met een groepsverzekering, betaalt de vennootschap jaarlijks een premie die afhankelijk is van het inkomen van de bedrijfsleider. De overheid hanteert hiervoor de 80 procentregel: het totale pensioen (wettelijk + aanvullend) mag niet meer bedrag dan 80 procent van de laatste bruto jaarbezoldiging.

Ook dit is een fiscaalvriendelijke manier om aan pensioensparen te doen want de premies zijn aftrekbaar in de vennootschapsbelasting. Door de tariefverlaging in de vennoot verkleint het directe voordeel van de ITP een beetje, maar het blijft toch veruit een van de interessantste verloningstechnieken. Het betreft wel een uitgesteld loon want na de storting door de vennootschap is het bedrag namelijk onmiddellijk eigendom van de bedrijfsleider. Hij wordt daar ook niet meteen op belast. Enkel op de datum van de uitkering van het aanvullend pensioen komt de fiscus langs, maar met 10 à 20 procent vallen de tarieven heel goed mee.

 

De Individuele Pensioentoezegging is voorlopig alleen weggelegd voor zelfstandigen met een vennootschap. Dit najaar heeft de federale regering echter een einde gemaakt aan deze discriminatie, want vanaf volgend jaar krijgen de zelfstandigen zonder vennootschap een extra pensioenstelsel dat vergelijkbaar is met de IPT: de Pensioenovereenkomst Zelfstandigen (POZ). Zelfstandigen die in het nieuwe systeem stappen, zullen een belastingvermindering van 30 procent op de gestorte bedragen krijgen. Bij pensionering zullen ze een belasting van 10 procent moeten betalen op het eindkapitaal.

 

bron: Trends ondernemerskrant – November 2017

Go to Top